Na het maken van vilten balletjes, vilten potjes, een knijperzakje en het vilten van zeepjes wilde ik eens iets anders proberen. In een haakboek zag ik gehaakte huisjes en ik vroeg me af of ik ook huisjes zou kunnen vilten. Ik maakte een mal en ging aan de slag.
Inmiddels heb ik behoorlijk wat verschillende kleurtjes lontwol verzameld die me inspireren om steeds weer nieuwe kleurencombinaties te maken. Soms heb ik juist keuzestress vanwege al die leuke kleurtjes. Voor het eerste huisje koos ik lichtblauw en groen uit, voor het tweede huisje grijs, roze en lichtturquoise.
Net zoals bij het vilten van een potje leg je plukjes lontwol dakpansgewijs over elkaar. De ene laag horizontaal, de volgende laag verticaal enz. tot het dik of dicht genoeg is. In de laatste laag breng ik de extra kleuren aan.
Dan kan het wrijven en vollen beginnen (zie voor een uitgebreide uitleg van het viltproces De viltworkshop). Ik knip de huisjes aan de onderkant open om de mal eruit te verwijderen. Als de huisjes genoeg gekrompen zijn en de juiste grootte hebben bereikt mogen ze een tijdje drogen.
Ik vind ze er nu al grappig uitzien, maar Partner zegt dat je niet goed kunt zien dat het huisjes zijn. In mijn hoofd gaan de radertjes draaien, de uitkomst is dat ik nog wat naaldviltwerk ga toepassen.
Ik vilt een vierkantje met groen lontwol en knip er een deur en wat raampjes uit. Vervolgens prik ik ze met een speciale viltnaald op het huisje. De kozijnen prik ik rood. Natuurlijk moet er nog een schoorsteen op waar een rood hartje uit komt. Het andere huisje krijgt een roze deur en wat hartjes opgeprikt.
Dan vul ik de huisjes op. Ik haak een onderkant en naai deze vast. Tenslotte haak ik nog een flinke lus en zet deze vast aan het dak van het huisje. Je kunt dus kiezen of je het huisje neerzet of ophangt.
Afmetingen en prijzen van de huisjes van vilt vind je in de fotogalerij.
Dar groen en blauw is een lekker pittige combinatie !
Wat een leuk resultaat
Partner had wel een beetje gelijk. Met raampjes en deurtjes zijn ze echt hartstikke leuk!