Ben je nou nog niet klaar met dat vilten? Hoor ik jullie denken. Nee, nog lang niet! Zolang ik nog geen adresje heb waar ik me op het pottenbakken kan storten, stort ik me even op het vilt. Want ook met en van vilt kun je een potje maken en heel wat sneller dan met klei!

Het principe is hetzelfde als het maken van het wasknijperzakje. Je hebt alleen een andere mal nodig. Afhankelijk van hoe groot je je potje wilt, maak je de mal groter of kleiner. Das logisch natuurlijk. 😉

Ik knipte een rondje uit het plastic folie van 20 cm doorsnee. Dan krijg je een potje van ca. 14 cm doorsnee. Aan beide kanten van de mal maak je vier lagen van wol die je telkens na elke laag gaat vilten. De wol die over de mal uitsteekt vouw je om naar de andere kant. (Kijk voor een uitgebreidere omschrijving van vilten en vollen op ‘De viltworkshop’) De binnenkant van de potjes doe ik in één kleur, de buitenkant in meerdere kleuren.

Als na alle lagen te hebben aangebracht de wol goed vervilt is kun je gaan vollen. Tijdens dit proces rol je het aanstaande potje in noppenfolie en een theedoek flink wat keren heen en weer. Hierdoor gaat je potje flink krimpen. Op een gegeven moment knip je een gat in het potje en haal je de mal eruit. Dan vol je nog even verder.

Als je potje de gewenste grootte heeft kun je ‘m nog een beetje in model brengen met een soeplepel of een wasmachinebolletje. Daarna moet het potje drogen, afhankelijke van waar je het potje neerzet kan dat één tot drie dagen duren. Buiten in het zonnetje ging het bijvoorbeeld behoorlijk snel.

potjes van vilt

Inmiddels heb ik al vijf potjes gemaakt en het is behoorlijk verslavend om telkens weer nieuwe kleurencombinaties uit te proberen.

De prijzen en afmetingen van de potjes staan in de fotogalerij.