Al eerder vertelde ik dat, bij mijn vorige werkgever, de belangrijkste vraag van de dag was: “Wat eet je vanavond?”. In de blogpost ‘En daarmee pasta!’ had ik het over het recept van de gewokte spruitjes dat me uit die periode is bijgebleven. Vooral omdat ik zo verbaasd was dat ze goed te eten waren.
Net zoals veel mensen was ook ik niet echt een fan van spruitjes. Eén van mijn collega’s was dat wel. Ze probeerde de andere collega’s ervan te overtuigen dat spruitjes wel lekker waren, als je ze maar goed klaarmaakte. We deden er een beetje lacherig over en noemden haar het Spruitjespromotieteam. Uiteindelijk haalde ze een collega en mij over om bij haar te komen proeven. Dit leidde tot grote ongerustheid bij andere collega’s, zouden we het wel overleven? Ze wensten ons sterkte. Die avond aten we de lekkerste spruitjes die we tot dan toe gegeten hadden. Met wat kip, knoflook en een uitje gingen de spruitjes in een wok en in een mum van tijd hadden we ze achter de kiezen.
Spruitjes raken het imago van ‘vieze groente’ niet snel meer kwijt, denk ik. Die grote, doorgekookte spruitjes zijn natuurlijk ook niet echt lekker. Ik vraag me af of mensen die spruitjes vroeger niet lekker vonden het nu wel hun kids voorschotelen. Onder de jeugd zijn spruitjes niet echt populair omdat ze wat bitter smaken, de naam alleen al doet kinderen gruwelen. Het lijkt me dan ook een goed idee spruitjes een andere naam te geven. Waarom noemen we ze niet kleine kooltjes of kabouterkooltjes. Wie lust er nou geen kabouterkooltjes?
Zelf wok, stoom of kook ik nooit spruitjes. Mijn vriend rilt namelijk al als ik spruitjes fluister. Gelukkig maakt mijn moeder ze wel voor me klaar, op de ouderwetsche manier. Met een sudderlapje, gekookte piepers en stoofpeertjes. Oei, nou loopt me toch het water in de mond.
Kijk op spruitjesjanatuurlijk.nl voor recepten.