Een serie mollige dames

Drie weken lang had ik geen klei meer aangeraakt voornamelijk dankzij de vakantie. Tijdens het schilderen van mijn eerste mollige vrouwtje zag ik hoe geinig zo’n pupke eigenlijk kan worden en ik kreeg zin in meer. Ik ben nog niet zo heel lang ‘in de klei’ en ik probeer telkens iets anders uit om te kijken wat mij goed ligt. Bij echte kunstenaars zie je vaak dat ze een hele serie van iets maken en dan pas overstappen op een ander onderwerp.

Ik heb besloten dat ik een serie mollige dames ga maken. Een beetje afgezaagd misschien, vanuit elke galerie en op elke boetseerwebsite lachen de dikke dames je toe. Van felgekleurde, in jurk of badpak flanerende kleitantes, tot nietsverhullende bronzen exemplaren. Als deze dames overal te vinden en ook geliefd zijn, is men ze blijkbaar nog niet zat. Dan kunnen die paar van mij er ook wel bij.

Zo begon ik afgelopen zondag vol goede moet aan mijn serie. Meteen stak daar het eerste dilemma de kop op. Betekent het maken van een serie dames dan ook dat ze allemaal even groot moeten zijn of mogen ze in grootte verschillen? Ik nam het zekere voor het onzekere en begon aan een klein exemplaar. Normaal gesproken boetseer ik met een schets als voorbeeld. Nu nam ik de twee vrouwtjes als voorbeeld.

Het bleek moeilijker dan gedacht om het vrouwtje dezelfde grootte en vorm te geven. Nu ze af is lijkt ze wel erg veel op de andere. Haar jurk is iets anders en de hoed ook, maar verder is het gewoon hetzelfde vrouwtje in andere kleren. Wat saaaaaai!

Hm, misschien moet ik de volgende keer toch wat anders maken. 😉