Een maatje groter (2)

knoopjesvrouwTja, daar zit je dan met je zittende vrouwtje in een maatje groter. Ze moet natuurlijk aangekleed worden en wat op haar hoofd. Veel kleibeelden hebben hoeden, mutsen of andere hoofddeksels op het hoofd in plaats van haar. Het is namelijk erg moeilijk om haar te maken dat een beetje lijkt en goed zit. Dat is ’s morgens na het opstaan bij je eigen haar vaak al lastig. Kun je nagaan hoe dat met klei is. 😉 Lees verder

Nog meer geglazuurde dames

Een aantal blogposts geleden liet ik jullie het resultaat zien van Juffie Ongeduld nadat ze geglazuurd was. De andere twee dames die ook geglazuurd zijn had ik nog even achter gehouden. Vandaag zal ik ook hen laten zien.

Beide dames heb ik met gele klei gemaakt. Nadat ze gebakken waren werden ze terrakleurig. De benen, armen en het hoofd wilde ik terrakleurig laten, de jurkjes wilde ik glazuren. De delen die niet geglazuurd hoefden te worden heb ik afgeplakt met tape. Daarna zette ik de ene dame in de spuitcabine en gaf haar de volle (witte) laag. 🙂 Het glazuur bleef als een dikke laag poedersuiker op haar liggen. Voorzichtig haalde ik het tape er weer af. Nu kon ze in de oven.

De andere dame wilde ik sinaasappel oranje maken. Dat is de naam van de kleur. Het is een effectglazuur en dat betekent dat het glazuur gaat werken in de oven. Ik had een voorbeeld gezien van deze kleur en het zag eruit als rood/oranje met zwarte en wittige vlekken. Leek me lollig voor een zomerjurk.

Het resultaat van beide dames was totaal anders dan ik verwacht had. De spierwitte jurk en muts van de ene werd lichtpaars en de terrakleur scheen er nog iets doorheen. De sinaasappeljurk werd geel. Zie hieronder de dames veranderen.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Je werkstuk glazuren

Ik had jullie beloofd wat over glazuren te vertellen, maar ik zal jullie niet vervelen met lange verhalen. In deze blogpost show ik alvast één van mijn drie geglazuurde dames, voor, tijdens en na het glazuren.

Appelig bij de spuitcabine

Glazuur
Glazuur is een soort glasachtige laag die je over je werkstuk van keramiek kunt aanbrengen. Het zorgt ervoor dat je werkstuk waterdicht is en het geeft je werkstuk een leuk kleurtje (als je geluk hebt). Glazuur is een poederachtige stof die mengt met water. Daarna breng je het op je werkstuk aan. Vervolgens moet het gebakken worden. Het glazuur smelt dan en vormt een geheel met je werkstuk.

De meeste glazuurgrondstoffen zijn schadelijk voor de gezondheid. Als je echter een aantal maatregelen neemt kun je de risico’s goed beperken. Je moet het inademen van het poeder vermijden, draag een stofmasker en gebruik een spuitcabine wanneer je glazuur wilt spuiten.

Kleur kiezen
Het kiezen van een kleur voor je werkstuk is bij glazuur nogal lastig. De kleur van het mengsel dat je aanbrengt is vaak anders dan de kleur na het bakken. Vaak zijn er stalen beschikbaar die laten zien hoe een glazuur er na het bakken uitziet. De ondergrond en de temperatuur van de oven bepalen echter voor een groot deel hoe de kleur uiteindelijk wordt. Dit kan voor blijde verrassingen zorgen, maar ook voor hevige teleurstellingen.

Juffie Ongeduld
Juffie Ongeduld was mijn eerste werkstuk dat ik door middel van spuiten zou glazuren. Ik heb uren nagedacht over de kleur en toen ik eenmaal de delen had afgeplakt die ik niet wilde meespuiten wist ik nog niet welke kleur het zou worden. De keramiekjuf hielp me een handje en uiteindelijk koos ik voor groen. Omdat ik een effen groene pop niet zo zag zitten besloot ik de broek te bewerken. Met een spons bracht ik wat vlekjes oxyde aan. Mij werd beloofd dat dit donkergroene vlekken zou geven. Zie hier het resultaat. Nu nog even bedenken of ik Juffie zo laat of dat ik het haar nog een kleurtje geef en wat ik met de armen, hals en het gezicht doe.

  

Ik wil het niet, ik kan het niet, ik doe het niet (2)

Ik ben weer verder gegaan met mijn boetseerwerkstuk ‘Ik wil het niet, ik kan het niet, ik doe het niet’. Ik heb al spijt van deze enorm lange naam, maar het is de enige juiste. 🙂

De drie rompjes moesten wat vorm krijgen en ik ben begonnen het een en ander weg te snijden. Daarna plakte ik wat soepele klei op de plek waar de armen moesten komen. Ook rolde ik een hoofdje waar ik een nekje onder kneep en ik zette deze op de romp vast. Met behulp van een breipen hield ik het hoofdje op zijn plek. De breipen zorgt er meteen voor dat er een luchtgat ontstaat in de nek en in het hoofd en dat vermindert de kans dat het hoofd in de oven kapot knalt.

 

Toen de hoofdjes wat steviger vast zaten op de rompjes en de armpjes wat vorm hadden gekregen heb ik de rompjes uitgehold. Dan zijn ze straks niet zo zwaar, het droogt sneller en er is minder kans op luchtbellen (en dus kapot klappen in de oven).
Omdat ik niet elke dag aan het werkstuk bezig ben is de kans dat er wat uitdroogt groot. Wanneer ik mijn werkstuk tijdelijk opberg zorg ik ervoor dat ik het heb ingesmeerd met water. Daarna pak ik het in met plastic folie.

Toch leek het me wel handig de lijfjes onderhand eens op de rok vast te maken. Bij langer wachten is het te droog om dat soepel voor elkaar te krijgen. Na wat passen en meten had ik een mooie compositie gemaakt. Ik sneed drie gaten in de rok (die nog steeds op de omgekeerde beslagkom stond). Daarna zette ik het eerste lijfje op de rok. Door de onderkant van het lijfje en de bovenkant van de rok ruw te maken en in te smeren met water, zuigen ze zich als het ware vast. Vervolgens veeg je de klei van het lijfje naar de rok toe om deze extra stevig vast te maken. Ook smeer ik de randen dicht met natte klei. Van binnenuit moesten de randen van de rok ook naadloos aansluiten op het lijfje.

Nu kon ik aan het echte leuke werk beginnen, het aanbrengen van details. Omdat de hoofden snel uitdrogen moest ik daar een hoofddeksel of wat haar op plakken. De lijfjes moeten wat mooier overgaan in de rok, er moeten nog bandjes of mouwtje geplakt worden enz. Daar ga ik een volgende keer weer mee verder.

 

Ik wil het niet, ik kan het niet, ik doe het niet (1)

Eerlijk gezegd kan (of wil) ik het me niet meer herinneren, maar volgens mijn moeder zei ik als kleuter vaak: “Ik wil het niet, ik kan het niet, ik doe het niet”. Toen ik een paar weken geleden ‘Juffie Ongeduld’ af had moest ik er ineens weer aan denken. Ik maak een serie, dacht ik, van drie juffies die samen deze tekst uitbeelden.

‘Juffie Ongeduld’ is echter al geclaimd en dat zou betekenen dat de drie juffies nooit samen kunnen zijn. Dan maak ik een nieuw beeld waarin ze alledrie zitten, dacht ik. Ik ga ze onlosmakelijke met elkaar verbinden. Na het maken van wat schetsjes en wat sparren met een creatieve collega was ik eruit. Ik maak een grote bolle rok en laat daar de drie dames uitkomen met elk hun eigen houding.

Op keramiekles heb ik al vaker de dames, die handvormen doen, een schaal als mal zien gebruiken. Zo deed ik het dus ook. Ik nam mijn beslagkom en pakte ‘m in met plastic folie. Ik sneed een grote homp klei af en kneedde deze, daarna walste ik de homp zo plat mogelijk. Vervolgens legde ik de lap klei over de beslagkom en sneed het rondom af. De lap klei paste natuurlijk niet precies en ik moest er nog een hoek uitsnijden en de zijkanten weer aan elkaar plakken. Met zachte klei ‘plakte’ ik er nog een laag op om er voor te zorgen dat de klei overal even dik was.

    

Grof kneedde ik de dametjes die straks uit de rok komen om te bepalen hoe groot ik ze moet maken. Nu kon ik gaan beginnen aan het vervelende werk, het in laagjes opbouwen van drie rompen.
Ik merkte dat de klei op de beslagkom snel droogde, ook al had ik ‘m ingepakt met folie. Er zat niets anders op dan er nog een laag op te zetten. De drie rompen zijn inmiddels klaar, daar kan ik vorm in aan gaan brengen. Daarover meer de volgende keer …

Juffie ongeduld in klei

Tijdens de gezellige kleipartij met een vriendin ben ik ook weer aan iets nieuws begonnen. Hoewel ik de vriendin had aangeraden van tevoren een schetjes te maken, deed ik dat zelf niet. Ik begon dus in het wilde weg met het opbouwen van een figuur. Het moest een staande dame worden, dat wist ik wel.
Na die gezellige kleipartij was ik nog lang niet klaar. Er stonden een paar benen met een romp, meer niet. Ik heb de klei afgedekt met wat plastic zakjes en heb er drie weken niet meer naar omgekeken. Wel heb ik natuurlijk af en toe wat water over de klei gesmeerd tegen het uitdrogen. 

Toen zag ik ineens voor me hoe dat onafgemaakt beeld ongeduldig met haar handen in haar zij op me stond te wachten. (Ja, mag het na drie weken?). Vorige week stond ik dan ook te trappelen van ongeduld vlak voor mijn vrije middag begon. De hele middag ben ik aan het boetseren geweest. Het gladmaken met een lomer en en het bijwerken heb ik tot de volgende dag bewaard. Dat gaat wat makkelijker als de klei niet zo zacht meer is.

Met haar 32 cm hoogte is ‘Juffie ongeduld’ nu het grootste kleiwerkstuk dat ik gemaakt heb. En die behoorlijke kont, dat hoort zo!

Deze slideshow vereist JavaScript.

Kleur voor het meisje op de poef

Sombertjes staarde het meisje op de poef me aan in haar terrakleuren. Daar moet wat aan gedaan worden, dacht ik vorig weekend. Ik vond het moeilijk te bepalen welke kleuren ik haar moest geven. Een verkeerde kleur kon haar helemaal verpesten.

Ik wilde het meisjesachtig houden en mengde een lichtroze kleur voor de poef. De terrakleur van de klei was na een laagje lichtroze nog steeds zichtbaar. Daarna voegde ik een paarse kleur toe voor haar bh en de sjaal die om haar been is gewikkeld. Nu had ik toch een fellere kleur nodig om het geheel niet te lafjes te maken. De tas en rok werden daarom donkerroze. Nadat ik haar een donkerbruine coupe had gegeven begon ze een beetje te leven. Ze moet nog wel wat bijgewerkt worden hier en daar en ook moet er nog een laagje vernis over. Dit is tot nu toe het resultaat.

 

Project meisje op poef afgerond

De volgende dag ging ik verder met het meisje op de poef. Ik boetseerde de onder- en bovenarmen aan elkaar en begon alles een beetje glad te strijken. Eigenlijk vond ik haar wel mooi zo en ik was bang dat alles wat ik er nu nog aan zou doen haar zou verpesten. Na lang dubben vond ik dat ik haar niet zo in haar nakie kon laten zitten en ik gaf haar een minirok aan. Het stond haar goed vond ik en ik stopte er weer mee. Om ervoor te zorgen dat ze na twee dagen werken niet te veel uit zou drogen, depte ik het figuurtje met wat water. Daarna deed ik er een boterhamzakje omheen en ik zette haar in een plastic bak die ik afsloot.

De dagen erna heb ik ‘meisje op poef’ een paar keer uit de plastic bak gehaald. Niet om eraan te werken, maar om aan vriendinnen te laten zien. Zij gaven me nog wat ideeën en vonden haar eigenlijk wel mooi zo in die rok. “Waarom zit ze zo, met haar kin op haar handen?”, werd er gevraagd.
“Omdat ze zit te wachten tot ze uit kan gaan”, legde ik uit. Of omdat ze niet weet wat ze aan moet trekken, bedachten we. In dat geval kon ik volstaan haar een bh aan te trekken en wat kledingstukken over de poef en om haar benen neer te leggen. Elke dag keek ik naar het meisje en ik zag het niet meer zo zitten om eraan verder te gaan, het werd steeds lastiger haar af te maken. (Oeh, dat klinkt heavy alsof ik haar koelbloedig ga vermoorden …)

Uiteindelijk boetseerde ik de bh. Daarna moest er echt wat aan het hoofd gedaan worden, wat haar en een staartje dat ging prima het gezicht was wat lastiger. Er kwam teveel detail in en dat wilde ik eigenlijk niet omdat ik dan de voeten ook moest doen. Die kon ik echter niet meer bewerken omdat de klei hier te hard was geworden. Ook het gladder maken van de armen ging niet meer, te lang gewacht. Ik hakte de knoop door en boetseerde een grote tas en een sjaal om haar voeten. Zo … klaar!

In een volgende blogpost geef ik haar nog een kleurtje.

Deze slideshow vereist JavaScript.